maandag 6 juli 2015

Bjorn Roose vertaalt (Engels) - Andropov (Zhores Medvedev), stuk uit 'New trends in foreign policy' - Over Amerikaans/Europese boycots

Ook het laatste deeltje (jawel, mijn excuses daarvoor) van deze serie heeft betrekking op een onderwerp dat nog steeds razend actueel is: Amerikaans/Europese handelsboycots tegenover de Sovjet-Unie (en datgene dat tegenwoordig wordt behandeld als het onveranderde vervolg daarop, Rusland).

“Under both the Carter and the Reagan administrations American policy towards the Soviet Union was inconsistent and unpredictable. The decline of détente actually started after Nixon’s resignation, when Senator Henry Jackson got support for the ‘Jackson Amendment’ to the trade bill which made the lifting of restrictions on trade with the USSR dependent upon a specific number of Soviet Jews being allowed to emigrate. (The effect was to reduce emigration immediately.) When Carter began his presidency with a letter to Andrei Sakharov, the most famous Soviet dissident, in January 1977, before he had written to any Soviet official, and when he made new offers for disarmament in the middle of the SALT II process, he showed complete ignorance about the way the Soviet political system works. Later the introduction of his ill-conceived ‘Grain embargo’, Reagan’s ‘Siberian gas pipeline embargo’, and the cancellation of many commercial contracts by US firms along with US embargoes against European firms which tried to honour their agreements, were all seen as unilateral moves (although linked with events in Afghanistan and Poland) in the American ‘trade war’ against the Soviet Union. By November 1982 many of these measures had already been lifted (without any Soviet pressure), since they were damaging the economy of the United States, as well as relations with Europe. Americans had exaggerated the effectiveness both of the economic pressure they could bring to bear and of Soviet dependence on Western technology, but their political rhetoric remained essentially unchanged. (p. 181)

“Zowel onder de regering Carter als onder de Reagan-administratie was het Amerikaanse beleid tegenover de Sovjet-Unie onrechtlijnig en onvoorspelbaar. De neergang van de détente begon eigenlijk na Nixons ontslag, toen senator Henry Jackson er in slaagde steun te krijgen voor het ‘Jackson-amendement’ op de handelswet, dat het opheffen van beperkingen op de handel met de USSR afhankelijk maakte van een specifiek aantal Sovjet-joden dat toegelaten werd te emigreren. (Het effect daarvan was dat die emigratie meteen beperkt werd.) Toen Carter in januari 1977 zijn presidentschap begon met een brief aan Andrej Sacharov, de bekendste Sovjet-dissident, nog voor hij maar één Sovjet-functionaris aanschreef, en toen hij nieuwe ontwapeningsvoorstellen deed te midden van de onderhandelingen over SALT II, toonde hij aan volkomen onwetend te zijn over de werking van het Sovjet-systeem. Later werden zowel zijn slecht in mekaar gestoken ‘graanembargo’, als Reagans ‘Siberische gasleiding-embargo’, en de opzegging van vele commerciële contracten door VS-firma’s in combinatie met VS-embargo’s tegen Europese bedrijven die probeerden hun afspraken wel na te komen, gezien als unilaterale zetten (al werden ze gekoppeld aan de evenementen in Afghanistan en Polen) in de Amerikaanse ‘handelsoorlog’ tegen de Sovjet-Unie. Tegen november 1982 waren veel van die maatregelen trouwens alweer opgeheven (zonder enige Sovjet-druk), omdat ze eerder schadelijk waren voor de economie van de Verenigde Staten en de relaties met Europa. De Amerikanen hadden zowel de effectiviteit van de economische druk die ze konden opbrengen als de Sovjet-afhankelijkheid van Westerse technologie overschat, maar hun politieke retoriek bleef in essentie onveranderd.”

Ter afsluiting nog een laatste keer het overzicht van alle "artikels" die in deze serie vertalingen uit Zhores Medvedevs biografie van Andropov verschenen:

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ook iets te vertellen ? Ga je gang !